Het is een dagelijkse worsteling. Vier kinderen, één appartement met twee kleine slaapkamers, en nergens ruimte om écht even adem te halen. Mijn oudste van twaalf heeft eigenlijk geen plek om rustig huiswerk te maken, terwijl de jongste van vier al snel overal speelgoed verspreidt. Het is een situatie die voor veel Limburgse gezinnen herkenbaar is: wachten, hopen en steeds weer horen dat er ‘geen woningen beschikbaar zijn’. En dan lees je over het gezin Sid en Madoobe uit Somalië, dat in één keer niet één, maar zelfs twee huizen toegewezen krijgt. Dat steekt.
Jaren wachten zonder vooruitzicht
Wij staan al jaren op de wachtlijst voor een grotere woning. Eerst dacht ik nog: “Het komt wel goed, even geduld.” Maar ondertussen zitten we hier al meer dan zeven jaar in hetzelfde kleine appartement. Overal stapelbedden, een gedeelde eettafel die nauwelijks nog plek biedt voor ons allemaal, en telkens dat gevecht om ruimte.
Iedere dag zie ik de frustratie bij mijn kinderen. Mijn oudste dochter zegt vaak: “Mama, ik kan nergens rustig zitten.” Ze heeft gelijk. Haar jongere broertje wil spelen, terwijl ik probeer de jongste bezig te houden. Je kunt je wel voorstellen hoe het dan in de avond gaat: herrie, stress en ruzie over wie waar kan slapen.
Dan lees ik over een gezin met vijftien kinderen dat in Weert een aangepaste woning krijgt. Twee huizen van 100 vierkante meter, samengevoegd. Dat voelt oneerlijk. Waarom lukt het voor hen wel en voor ons niet?
“Iedereen heeft recht op een thuis, maar…”
Begrijp me niet verkeerd. Ik gun iedereen een dak boven hun hoofd. Natuurlijk, het gezin Sid heeft ook recht op een plek om te wonen. Maar als ik dan hoor dat gemeenten woningen samenvoegen, verbouwen en alles uit de kast trekken om ruimte te maken, vraag ik me af: waarom gebeurt dat niet voor ons? Wij zijn hier geboren, werken hard en proberen onze kinderen een zo normaal mogelijk leven te geven. Maar ruimte, die krijgen we niet.
Je vraagt je af hoe de toewijzing precies werkt. Want het is niet alleen dit ene gezin in Weert. In de hele provincie Limburg zijn er achttien grote gezinnen die op een woning wachten, en blijkbaar krijgen sommige van hen wél snel iets toegewezen. Waarom zijn er voor ons, gewone Limburgers, nooit zulke creatieve oplossingen? Gemeenten roepen dat de woningmarkt krap is, maar blijkbaar is er toch ruimte als je met meer dan tien personen bent.
Kinderen verdienen rust en ruimte
Het frustreert me vooral omdat mijn kinderen hieronder lijden. Ze verdienen rust, een eigen plekje om zich terug te trekken. Dat kan gewoon niet in een appartement waar je letterlijk over elkaars spullen struikelt. Mijn man en ik werken beiden, betalen netjes onze huur, maar toch krijgen we te horen: “Er zijn geen grote woningen vrij.” En als er dan wél iets beschikbaar komt, gaat het aan ons voorbij.
Ik probeer positief te blijven, maar eerlijk gezegd knaagt het steeds meer. Mijn kinderen groeien op in een omgeving die hen beperkt. Hoe kunnen ze zich ontwikkelen als ze nergens ruimte hebben? Hoe kunnen ze zich concentreren op school als er altijd herrie is?
Wat moet er veranderen?
Er moet écht iets veranderen in het woningbeleid. Grote gezinnen, of ze nu hier geboren zijn of niet, hebben inderdaad speciale woonruimte nodig. Maar laten we eerlijk zijn: er zijn óók genoeg gezinnen zoals het mijne die jarenlang over het hoofd worden gezien. Wij wachten, hopen en horen keer op keer hetzelfde antwoord. Ondertussen zie ik anderen wel geholpen worden, en dat voelt steeds moeilijker te slikken.
Hoe lang moet ik mijn kinderen nog uitleggen dat we geen grotere woning krijgen? Hoeveel geduld moeten we nog hebben voordat ook wij gehoord worden?
Laat het ons weten in de reacties op Facebook