Saskia (38) legt de verpakking van goedkope kipfilet op het aanrecht en zucht diep. “Het is ook nooit goed,” zegt ze, haar stem doordrenkt van lichte frustratie. Haar man Mark kijkt op van zijn tablet. “Het is toch gewoon kip?” vraagt hij onverschillig. Maar voor Saskia is het allang niet meer zo simpel. Een toevallig gelezen artikel en een documentaire hebben haar kijk op goedkope vleesproducten volledig veranderd.
Het begon allemaal met een televisieprogramma dat Saskia toevallig zag terwijl ze bewuster probeerde boodschappen te doen. “Ze spraken over waterinjecties,” vertelt ze terwijl ze met een kritische blik naar de verpakking kijkt. “Wist je dat sommige kipfilets volgepompt worden met water en zout? Je denkt dat je een goede deal hebt, maar in werkelijkheid betaal je voor water.” De ontdekking zette Saskia aan het denken over de werkelijke prijs van goedkoop vlees.
Mark lijkt niet onder de indruk. “Water? Hoe erg kan dat nou zijn?” Maar Saskia liet het daar niet bij. Ze verdiepte zich verder en ontdekte dat de goedkope kip vaak afkomstig is van zogenaamde plofkippen. “Die dieren worden onder erbarmelijke omstandigheden gehouden. Ze kunnen amper bewegen en krijgen preventief antibiotica om ziektes te voorkomen,” legt ze uit. Dit overmatige gebruik van antibiotica baart haar zorgen. “Het maakt bacteriën resistent, en dat vormt een risico voor onze gezondheid.”
Mark pakt de verpakking en leest de kleine lettertjes. “Gecondenseerd water, zout, stabilisatoren… Wat zijn stabilisatoren?” vraagt hij verbaasd. Saskia zucht en legt uit: “Dat zijn chemische toevoegingen die ervoor zorgen dat de kip er beter uitziet en langer houdbaar blijft. En wij denken dat we gewoon vlees eten.” De discussie brengt hen op een lastig punt. Mark wijst op de financiële kant van bewuster eten. “Biologische kip kost drie keer zoveel. Hoe moeten we dat betalen?”
Saskia twijfelt. Ze herinnert zich wat haar vriendin Linda ooit zei: “Als je zou zien hoe die dieren leven, zou je geen hap meer door je keel krijgen.” Toen vond Saskia het overdreven, maar nu begint ze te twijfelen. “Misschien moeten we minder vlees eten, maar wel van betere kwaliteit. Of we kunnen eens kijken bij een lokale boerderij,” stelt ze voor. Mark knikt, al lijkt hij nog niet volledig overtuigd.
De volgende dag belt Saskia haar vriendin Linda. “Jij hebt toch een lijstje met tips voor vlees van betere kwaliteit? Kun je die naar me doorsturen?” vraagt ze. Linda lacht. “Tuurlijk, maar ik dacht dat jij nooit naar me wilde luisteren,” zegt ze plagerig. Saskia glimlacht. “Mensen kunnen veranderen. Ik wil gewoon zeker weten dat wat ik eet echt goed is.”
Met haar nieuwe inzichten heeft Saskia nog niet alle antwoorden gevonden, maar ze heeft wel een duidelijkere richting. Minder vlees consumeren, maar wel kiezen voor betere kwaliteit, voelt als een haalbare middenweg. De keuzes in de supermarkt lijken ineens veel belangrijker dan ooit.
Hoe maak jij bewuste keuzes bij het doen van boodschappen? Laat het ons weten door een reactie op Facebook achter te laten.