In 2024 zie je een duidelijke verschuiving in hoe Nederlanders hun dagelijkse aankopen betalen. Waar je voorheen vooral met contant geld afrekende, gebeurt dit tegenwoordig voornamelijk digitaal. Pinpassen en smartphones hebben het brief- en muntgeld bijna volledig verdrongen, en dat heeft gevolgen voor zowel de consument als de banken. De voordelen van digitaal betalen liggen voor de hand, maar de groeiende afhankelijkheid van digitale betalingen biedt banken ook nieuwe kansen om extra kosten in rekening te brengen.
Uit recent onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB) en Betaalvereniging Nederland blijkt dat nog maar 20 procent van alle betalingen met contant geld wordt gedaan. De overgrote meerderheid van 80 procent verloopt nu digitaal, een trend die in rap tempo toeneemt. Deze verschuiving biedt banken de mogelijkheid om niet alleen transactiekosten te rekenen bij pinbetalingen, maar ook om extra kosten in te voeren voor het opnemen van contant geld, iets wat voorheen vaak gratis was.
Banken hebben de afgelopen jaren verschillende kostenstructuren geïntroduceerd voor geldopnames. ABN AMRO, bijvoorbeeld, staat je toe om jaarlijks tot 17.500 euro gratis op te nemen. Maar zodra je dit bedrag overschrijdt, betaal je vijf euro per opname, plus 0,5 procent van het opgenomen bedrag. Dit betekent dat frequente opnames boven dit bedrag snel kunnen oplopen tot een aanzienlijke kostenpost.
Op de volgende pagina kan je per bank zien wat het gaat kosten.