De drempel voor starters om hun eerste woning te kopen wordt steeds hoger. Uit recente cijfers van Munt Hypotheken blijkt dat starters momenteel gemiddeld 91.000 euro aan eigen geld moeten inbrengen om een huis te kunnen kopen. Dat bedrag is drie keer zoveel als in 2017. Met de voortdurende stijging van de huizenprijzen lijkt die grens in de toekomst alleen maar verder op te schuiven.
Starters zonder eigen vermogen lopen vast op de woningmarkt
Voor veel jonge woningzoekers is het vrijwel onmogelijk om zonder financiƫle steun van ouders een huis te kopen. Zo ook voor de 25-jarige Sam uit Bergen. Hij woont nog bij zijn ouders en ziet geen haalbare mogelijkheid om een eigen woning te bemachtigen.
“Met een studie en een bijbaantje kom je gewoon niet aan zulke bedragen. Maar ik wil niet mijn hele leven bij mijn ouders blijven”, vertelt hij. “Ik wil hier blijven wonen, bij vrienden en familie, maar met die prijzen kan ik niks.”
De situatie van Sam is geen uitzondering. Veel jonge woningzoekenden lopen tegen dezelfde problemen aan. Ze verdienen te weinig om voldoende te kunnen sparen, terwijl de huizenprijzen blijven stijgen. Hierdoor blijven ze langer thuis wonen of zijn ze genoodzaakt hun woonwensen drastisch bij te stellen.
Makelaars adviseren om verwachtingen aan te passen
Makelaar Jimmy van Delft ziet steeds vaker dat jongeren hun verwachtingen moeten bijstellen. Volgens hem is het vinden van een droomhuis voor de meeste starters niet realistisch. “Het droomhuis? Daar moet je wel reĆ«el in zijn”, zegt hij. “De locatie, de tuin, de ruimte… Je moet concessies doen. Het gaat erom dat je Ć¼berhaupt ergens kunt wonen. Als je eenmaal een woning hebt, dan zit je er tussen en dan kun je makkelijker doorstromen.”
Volgens Van Delft draait het niet langer om het vinden van een perfecte woning, maar simpelweg om een plek op de woningmarkt bemachtigen. Starters die bereid zijn om concessies te doen, bijvoorbeeld door een woning buiten de stad of in een kleinere plaats te zoeken, maken meer kans om een huis te kunnen kopen.
Stijgende huizenprijzen maken het probleem groter
Uit de cijfers blijkt dat starterswoningen nu gemiddeld 400.000 euro kosten. Dat is ruim 50 procent meer dan in 2017. Tegelijkertijd is het gemiddelde salaris van starters in diezelfde periode slechts met 17 procent gestegen. Dit betekent dat de kloof tussen inkomens en huizenprijzen steeds groter wordt.
Voor veel jongeren blijft financiƫle hulp van ouders de enige manier om een huis te kopen. Zonder deze steun of alternatieve financieringsconstructies vissen veel starters achter het net. De vraag blijft hoe deze trend zich in de komende jaren zal ontwikkelen en of er oplossingen komen om starters een eerlijke kans te geven op de woningmarkt.
Wat vind jij van deze ontwikkeling? Laat het ons weten in de reacties op Facebook.