De discussie over de keuze van moslimouders om hun kinderen neutrale namen te geven laait op. Volgens de Utrechtse islamitische geschiedenisleraar Ibrahim Sbaa is dit een zorgwekkende trend die afbreuk doet aan de religieuze identiteit van moslims in Nederland. Zijn kritiek komt naar aanleiding van de nieuwste ranglijst van populairste voornamen, waarin traditionele islamitische namen flink in populariteit lijken te dalen.
Het verdwijnen van Mohammed uit de top
De nieuwe cijfers van de Sociale Verzekeringsbank laten een opvallende daling zien van de naam Mohammed, die in 2022 nog op de tweede plaats stond en nu naar de 47e plek is gezakt. Andere bekende islamitische namen zoals Musa staan nog lager, rond de 104e plaats. Daarentegen zijn universele namen zoals Benjamin, Liam, Sara en Sofia juist enorm populair geworden.
Ibrahim Sbaa ziet hierin een problematische trend. In een video gericht aan zijn 18.000 Facebook-volgers spreekt hij zijn zorgen uit. “Ouders die hun kinderen neutrale namen geven zoals Liana, Lina of Nora, doen dat vaak uit angst. Ze denken dat hun kinderen hierdoor minder beoordeeld worden op hun achtergrond bij sollicitaties,” stelt hij. Volgens Sbaa weerspiegelt deze keuze een gebrek aan trots op de islamitische identiteit. “Je creëert kinderen die zich willen aanpassen aan de meerderheid en afstand nemen van hun religieuze waarden.”
Integreren of emigreren?
Naast de discussie over namenkeuze speelt er een bredere trend onder moslims: de afwijzing van integratie in de Nederlandse samenleving. Een groeiende groep lijkt zelfs te overwegen te emigreren naar landen waar islamitische waarden prominenter zijn. De redenen hiervoor variëren van het gevoel van toenemende islamofobie tot onvrede met het politieke klimaat in Nederland.
Theoloog Hamza Akkar gaf eerder in een interview aan de NOS aan dat moslims die emigreren vaak zoeken naar een plek die beter past bij hun waarden. “Ze willen een toekomst opbouwen in een omgeving die aansluit bij hun geloof,” zei hij. Maar in een podcast met Ibrahim Sbaa verwoordde hij dit idee scherper. “Samenleven met ongelovigen is gevaarlijk,” stelde Akkar, verwijzend naar overleveringen van de profeet Mohammed. Hij waarschuwde dat integratie moslims blootstelt aan de risico’s van assimilatie: “Wie zich mengt met ongelovigen, zal uiteindelijk worden zoals zij.”
Kritiek op emigratie-oproepen
Toch stuit het idee van emigratie op weerstand, ook binnen de moslimgemeenschap zelf. Mohamed Akkouh, docent islamitisch recht, waarschuwde tijdens een thema-avond in de Haagse Annour-moskee voor de schadelijke gevolgen van dergelijke oproepen. “Door te zeggen dat er geen toekomst is in Nederland, ondermijn je de moraal van Nederlandse moslims,” zei hij. Volgens Akkouh zaaien deze oproepen paniek en ontmoedigen ze moslims om te investeren in hun toekomst in Nederland.
De D66-politicus Amine Oulad Lmaroudia uit Heerlen ging nog een stap verder in zijn kritiek. Hij ziet de aantrekkingskracht van emigreren naar landen zoals Dubai of Marokko als een oppervlakkige zoektocht naar rijkdom in plaats van zuivere religieuze waarden. “Als je echt zuiver islamitisch wil leven, ga dan naar de woestijn, leef simpel en richt je volledig op je geloof,” merkte hij ironisch op. Hij benadrukte dat rijkdom en comfort vaak een grotere rol spelen in deze keuzes dan religieuze overwegingen.
Wat betekent dit voor de toekomst?
De discussie over namenkeuze en de bredere vraagstukken rondom integratie en emigratie werpt belangrijke vragen op over de toekomst van moslims in Nederland. Blijven zij bouwen aan een plek in de Nederlandse samenleving, of groeit de roep om afstand te nemen? Laat het ons weten in de reacties op Facebook.