De lonen in Nederland blijven dit jaar aanzienlijk stijgen, en daar lijkt voorlopig geen einde aan te komen. In het afgelopen kwartaal steeg het modale salaris met nog eens 1,4%, waarmee het gemiddelde maandloon uitkwam op €3.350. Deze cijfers komen uit een uitgebreide analyse van 1,2 miljoen loonstroken, uitgevoerd door mkb-dienstverlener Van Spaendonck. De gegevens zijn gebaseerd op de administratie van maar liefst 145.000 Nederlandse bedrijven.
Volgens Van Spaendonck is de loonontwikkeling dit jaar opvallend consistent. “In vergelijking met een jaar geleden is het modaal maandloon met 6,3% gestegen,” meldt het bedrijf in zijn periodieke Loonindex. Over een periode van zes jaar is het modale salaris zelfs met ruim 25% toegenomen, net iets meer dan de inflatie over diezelfde periode, die op 24% werd vastgesteld.
Utrecht aan kop: de hoogste lonen in Nederland
Utrecht voert de lijst aan als provincie met het hoogste modale salaris. Werknemers in deze regio ontvangen gemiddeld €3.556 per maand, wat maar liefst 15,6% hoger ligt dan het modale inkomen in Zeeland. Deze verschillen benadrukken de grote regionale loonverschillen binnen Nederland, die vaak samenhangen met de specifieke arbeidsmarktdynamiek per provincie.
In Zeeland was er echter een opvallende ontwikkeling. Het modale salaris in deze provincie steeg dit kwartaal met 3,7%, een aanzienlijk sterkere groei dan gemiddeld. Deze stijging is voornamelijk te danken aan het wegvallen van piek- en seizoensarbeid, wat een vertekend effect op de gemiddelde lonen heeft.
Lonen zonder cao: fors verschil met cao-gebonden werknemers
Een ander opvallend aspect van de loonontwikkeling is het verschil tussen werknemers die onder een cao vallen en degenen die dat niet doen. Werknemers zonder cao verdienen gemiddeld aanzienlijk meer: €3.750 tegenover €3.241 voor cao-gebonden werknemers. Dit verschil benadrukt de invloed van collectieve afspraken op loonontwikkeling en marktwerking.
Binnen de cao’s zijn er ook grote variaties te zien. Uitzendkrachten onder de ABU-cao noteerden de sterkste salarisgroei, met een stijging van 6,2% in het vierde kwartaal. Ook werknemers in de zeevaart (+5,5%) en railinfrastructuur (+4,5%) zagen hun lonen flink stijgen. Het laat zien hoe specifieke sectoren anders reageren op economische en arbeidsmarktfactoren.
Uitschieters in specifieke beroepen
Op functieniveau waren er eveneens opvallende stijgingen te zien. Sociaal psychiatrisch verpleegkundigen zagen hun salaris dit kwartaal met 4,0% toenemen, terwijl pedagogisch medewerkers een stijging van 3,9% noteerden. Deze functies tonen aan hoe sectorale en functiegerichte vraag een directe invloed heeft op de loonontwikkeling.
De voortdurende loonstijgingen bieden perspectief, maar roepen ook vragen op over de houdbaarheid ervan in de huidige economische context. Wat denk jij? Laat het ons weten in de reacties op Facebook.