In een kleine garage waar de geur van olie en benzine onmiskenbaar is, voelt Peter zich al bijna dertig jaar helemaal thuis. Hier, tussen klassieke auto’s en mechanische motoren, vindt hij zijn geluk. Met zijn gouden handen weet hij versnellingsbakken te herstellen, motoren te laten brullen en zelfs oldtimers weer tot leven te wekken. Maar zodra het over elektrische auto’s gaat, sluit Peter resoluut zijn deur. “Misschien zijn ze de toekomst,” zegt hij nuchter, “maar niet in mijn garage.”
Liefde voor het klassieke vakmanschap
Voor Peter draait alles om de passie en het gevoel dat traditionele auto’s met zich meebrengen. “Je hoort de motor ronken, voelt de trillingen en ruikt de brandstof. Dát is autorijden voor mij,” legt hij met een brede glimlach uit.
Elektrische auto’s ziet hij anders: “Het zijn net koelkasten op wielen.” De opmerking komt met een lach, maar er schuilt een serieuze toon in zijn stem. “Ze hebben gewoon geen ziel. Ik heb er niks mee.” Voor Peter gaat het om het ambacht, iets wat hij in de moderne technologie mist.
Steeds meer vragen, maar altijd hetzelfde antwoord
Het gebeurt steeds vaker dat klanten vragen of Peter ook elektrische auto’s repareert. Zijn antwoord blijft onveranderd: nee. “Ik weet dat het de toekomst is, maar dit is niet waar ik voor gekozen heb,” vertelt hij schouderophalend. “Alles is nu elektronisch en computergestuurd. Het is geen vakmanschap meer. Je bent eerder software aan het updaten dan echt aan het sleutelen.”
Peter ziet hoe zijn branche verandert en wat dat betekent voor vakmannen zoals hij. “Veel monteurs geven het op of worden gedwongen zich om te scholen. Maar dat is niet zo simpel. Je kunt niet zomaar van een mechanische motor overstappen op een batterijpakket. Daarvoor moet je alles opnieuw leren.”
Praktische en ethische bezwaren
Naast het verdwijnen van zijn ambacht, ziet Peter ook praktische problemen. Vooral de batterijen van elektrische auto’s baren hem zorgen. “Ze zeggen dat het goed is voor het milieu, maar kijk eens hoe die batterijen gemaakt worden. De grondstoffen komen uit mijnen waar mensen onder erbarmelijke omstandigheden werken. En wat gebeurt er als die batterijen kapotgaan? Niemand weet hoe je ze fatsoenlijk moet recyclen.”
Hij gelooft dat er te veel nadruk wordt gelegd op elektrische auto’s als hét duurzame alternatief. “Er zijn andere manieren. Kijk naar waterstof of verbeter de benzine- en dieselmotoren. Er wordt te snel geroepen dat elektrische auto’s de perfecte oplossing zijn, maar dat zijn ze niet.”
Niet tegen verandering, maar met een kritische blik
Peter benadrukt dat hij niet per se tegen verandering is. “Ik ben geen ouderwetse zeurpiet,” verdedigt hij zichzelf. “Ik snap dat we moeten nadenken over de toekomst en het milieu. Maar het moet wel de juiste weg zijn. Elektrische auto’s worden nu neergezet als de heilige graal, maar dat is eenzijdig.”
Zijn klanten lijken Peter’s standpunt te waarderen. “Sommige mensen zeggen letterlijk: ‘Peter, ik ben blij dat jij nog aan echte auto’s werkt.’ Dat betekent veel voor mij. Ik loop misschien wat omzet mis door geen elektrische auto’s te doen, maar dat is mijn keuze en daar sta ik volledig achter.”
Een toekomst vol vertrouwen
Ondanks de opmars van elektrische voertuigen ziet Peter de toekomst van zijn garage met vertrouwen tegemoet. “Ik blijf doen waar ik goed in ben. Er zullen altijd mensen zijn die houden van klassieke auto’s. Mensen die het geluid, de geur en de ervaring willen beleven. En die mensen komen naar mij.”
Hij sluit af met een laatste, overtuigende uitspraak: “Elektrische auto’s mogen dan de toekomst zijn, maar ze zullen nooit mijn hart winnen.”