Hoewel elke hond kan zwemmen, zijn er rassen die moeite hebben met water. Sommige honden houden er niet van om nat te worden, terwijl anderen fysiek beperkt zijn. Laten we eens kijken naar enkele rassen die het lastig vinden om te zwemmen en waarom dat zo is.
Kleine poten, grote Problemen
Teckels staan bekend om hun korte, krachtige poten, ideaal om te graven, maar niet om te zwemmen. Hun korte ledematen maken het moeilijk om boven water te blijven en efficiënt te zwemmen. Hoewel er uitzonderingen zijn, zijn de meeste teckels niet de grootste fans van wateravonturen.
Spieren zijn geen garantie voor zwemvaardigheden
Boksers zijn gespierde en atletische honden, maar zwemmen is niet hun sterkste kant. Door hun platte snuit hebben ze moeite om hun hoofd boven water te houden, wat hun zwemvaardigheid ernstig belemmert. Bovendien zakt hun krachtige achterwerk snel naar beneden, waardoor ze moeilijker kunnen blijven drijven.
Een te zware vacht
De prachtige, dikke vacht van een Chow-Chow kan hen parten spelen in het water. Wanneer deze vacht doorweekt raakt, wordt hij erg zwaar. Dit maakt het bijna onmogelijk voor de hond om aan de oppervlakte te blijven en vrij te bewegen. Hierdoor vermijden de meeste Chow-Chows liever het water.
Korte benen en uitstekende ogen
Mopshonden hebben een gedrongen lichaam en korte benen, wat het voor hen lastig maakt om zich in het water te verplaatsen. Bovendien zijn hun uitstekende ogen gevoelig voor water, waardoor ze snel last kunnen krijgen van irritaties. Zwemmen is dan ook niet de favoriete bezigheid van deze kleine viervoeters.
Te gedrongen voor waterplezier
Bulldogs hebben een gedrongen bouw en korte poten, wat hen niet bepaald helpt bij het zwemmen. Hun platte snuit maakt het moeilijk om voldoende lucht te krijgen, waardoor peddelen in het water snel inspannend wordt. Bulldogs blijven daarom liever op het droge.
Te smal voor drijfvermogen
Windhonden hebben een smal lichaam met weinig vet, wat hen niet helpt om goed te drijven. Hun gestroomlijnde bouw is perfect voor rennen, maar niet voor lange afstanden zwemmen. Hierdoor zijn windhonden geen natuurlijke waterratten.
Koude waterangst
Ondanks hun indrukwekkende grootte, hebben Duitse Doggen een korte vacht, wat betekent dat ze snel afkoelen in het water. Deze koudegevoeligheid zorgt ervoor dat ze liever droog blijven en het water vermijden. Hun imposante verschijning doet vermoeden dat ze goede zwemmers zijn, maar de werkelijkheid is anders.
Hondenrassen verschillen in hun affiniteit en bekwaamheid in het water. Of het nu door fysieke beperkingen of simpelweg door een afkeer van water komt, deze rassen verkiezen vaak het droge boven een duik in de vijver.
Laat het ons weten in de reacties op Facebook welke ervaringen jij hebt met honden en zwemmen.