Jaarlijks, als de seizoenen veranderen, vinden we onszelf op twee specifieke momenten waarbij onze dagelijkse routine lichtelijk wordt aangepast. Deze momenten markeren niet alleen de overgang tussen winter en zomer, maar brengen ook een kleine maar significante wijziging met zich mee: het verzetten van de klok. Deze bi-jaarlijkse traditie, waarbij we in maart de tijd een uur vooruit zetten en in oktober juist een uur terugdraaien, roept bij velen de vraag op waarom deze aanpassing tweemaal per jaar noodzakelijk is.
Een kijkje over de grenzen
Het fenomeen zomertijd is voor Nederland geen solitaire keuze geweest; het werd in 1977 geïntroduceerd om in de pas te lopen met onze buurlanden. Deze synchronisatie van tijd is een uitvloeisel van Europese afspraken, waarbij vrijwel alle Europese landen zich hebben aangesloten. Hiermee wordt in maart en oktober de klok uniform aangepast, een uur vooruit in de lente en een uur achteruit in de herfst. Maar, de achterliggende reden voor deze tijdswijzigingen is niet enkel het behouden van eenheid binnen Europa.
Lees verder op de volgende pagina.